Posts Tagged ‘Aart van der Leeuw’

Aart van der Leeuw: Twee gedichten uit Opvluchten

LOFLIED

Toèn hoorde ik een vogel pijpen
Z0o nabij mij in de twijgen,
Dat mijn hand hem schier kon grijpen,
En ik ’t gorgeltje zag hijgen.

Maar waaròm dit musiceeren,
Dacht ik, als een bloode page,
Die zijn liefste wil vereeeren,
In dit luw en laag bosschage,

Als hij toch ten klaren hémel
Op gezwind wiek kan dringen,
En, verzaligd in gewemel,
Zich verliezen mag en zingen?

Antwoord brachten duizend geuren,
Want het veld stond bont van bloemen,
Ook bestraften mij hun kleuren
En der bijen toornig zoemen.

Diep mij voor dit vragen schamend,
En een riet tot pansfluit snijdend,
Speelde ik, ’t vogellied beamend,
Blij mijn klankenkudde weidend

Langs de heerlijkheid der aarde,
met haar bloei tot aan mijn knieén,
In het lusthof van haar gaarde,
Deze simple melodieën.

*     *     *     *     *

HET WEKKEN

Niet door ’t luidruchtig gonzen
Van ’t landelijk festijn,
Of  ’t begeleidend bonzen
Op trom en tamboerijn,

Slechts door een nauw gesproken,
Bijna gemijmerd woord
Werden die godendroomen
In de effen rust gestoord.

Een meisje kwam het spreken,
Ontsloopen aan den dans,
Om voor een knaap te breken
Den bloeitak uit heur krans.

Ik zag haar juist herrijzen
Uit hun verscholen hoek,
Glimlachende als een wijze,
Die opblikt van zijn boek.

En dankend voor ’t ontdekte
Met kus en handedruk,
Sprak zij het woord dat wekte,
Niets dan uw naam, geluk.

Uit Opvluchten, eerste druk 1922;
verschenen bij C.A. Mees, Santpoort

Meer gedichten van Aart van der Leeuw zijn dezer dagen opgenomen op de redactioneel aan deze site gelieerde blog Tempel der Dichtkunst, alsmede op de site Rondom kunst en cultuur.
Over die zeldzame, eerste druk van het boek in kwestie valt meer te lezen op de heel direct aan dit weblog gelieerde site Over oudere boeken.